Het hoofdstuk “jour” in het boek van mevrouw Natalie Bruck-Auffenberg De vrouw comme il faut (1897), bewerkt en vertaald door Marie de Bock-Hardenberg heeft weer een heel ander accent. Naast alle regels over hoe men gasten moet ontvangen, wel of niet tegemoet treden en hoeveel stappen dan wel, gaat hier een groot deel van het slechts kleine hoofdstuk over jonge meisjes en spelers.
De jonge meisjes die op de jour komen horen zich bij de andere jonge meisjes aan te sluiten, of ze de andere nu aardig vinden of niet. Zodat er een bepaalde privacy ontstaat in het gesprek dat de getrouwde vrouwen (dat zijn nooit jonge meisjes blijkbaar) dan wel de jonge meisjes verlangen te voeren: “zoodra door de getrouwde vrouwen een onderwerp besproken wordt, dat die bijzonder interesseert, kunnen zij zich afzonderlijk onderhouden, doch zoo dat zij luid spreken of hard lachen vermijden evenals fluisteren, wat zooals wij weten in gezelschap zeer ongepast is.”
De jonge dames moeten bij elkaar in een ander kamer gaan zitten. En de jonge mannen? De jonge mannen, mogen van Bruck-Auffenberg én De Bock-Hardenberg, zich bij de jonge dames ophouden: “De jonge mannen mogen haar dan volgen en behoeven een vroolijken lach of een druk gevoerd gesprek niet meer te ontzien uit vrees van te zullen storen.” Zo, het lijkt wel alsof een ‘jour’ toch wel gezellig kan zijn…
Maar er is weer een mits en een maar. Dit kan alleen als de jour voldoende bezocht is. Dus als er maar weinig gasten in het salon achter zou blijven, dan moet ‘de jeugd’ ook in de ontvangkamer blijven, want: “Want het zou niet beleefd zijn een paar enkele dames zich te laten vervelen en er getuige van te laten zijn, hoe kostelijk men zich in de andere kamer amuseert.”
En hoe zit het met die eerder genoemde ‘spelers’? Blijkbaar wordt er op sommige jours rekening gehouden met gasten die graag een spel spelen. Bruck-Auffenberg adviseert voor deze gasten een aparte plek, een afscheiden hoekje of een kamer, in te richten enigszins afscheiden van de rest waar ze kunnen spelen. Ze voert als reden aan, niet dat de spelers de andere gasten dan minder zouden storen, maar dat de spelers hierdoor niet afgeleid kunnen worden! Daarnaast stelt ze ook dat de fanatieke speler de jour meer als vast speelpartij ziet, dan als beleefdheidsbezoek.
Ze hecht er veel belang aan: “Ook voor een speelpartijtje is plaats, zelfs in het kleinste hutje!”
Wat een toeval, ik woon in zo’n klein hutje, maar eerlijkheidshalve zie ik niet echt de ruimte om daar een afgescheiden hoekje voor ‘spelers’ in te richten. Wel komt er een zeer jonge dame op de jour, van 1 jaar en 9 maanden, speciaal voor haar zal ik een soort speelhoekje maken. Maar haar kennende wil ze de volwassen (waarvan enkele getrouwde) dames in de salon (achterkamer) niet willen verlaten, want veel te interessant met die thee en het fijne gebak. Maar wat naast de madeleines en de meegebrachte tulband….
Recente reacties