Verdriet in de 19de eeuw

Jaren geleden bij het snuffelen in het familie archief dat door mijn vader wordt beheerd, vond ik een volle map of doos gevuld met uitgeknipte familieberichten. Tussen die knipsels trof enkele rouwberichten aan die een diepe indruk op mij maakte. Zoveel dat ik die berichtjes altijd gebruik(te) als ‘men’ weer eens beweert dat er vroeger minder verdriet was om overleden kinderen, partners of ouders. Niets is minder waar. Ik zocht deze familieberichten onlangs weer op.

Mijn oeroerpake Auke Dirk Sybesma (1843-1918) trouwde in 1868 met Knierke (of Kniertje) Blanksma (1845-1869). Een kleine week na de geboorte van hun dochter Grietje stierf Kniertje in het kraambed. In de rouwadvertentie meldde Auke dat ‘zijn geliefde gade’,’na een smartelijk lijden, zacht en kalm’ is overleden’. Slechts 41 weken waren zij getrouwd geweest. Hij was zeer diep bedroefd, en zijn leed werd nog groter wanneer op 26 mei van hetzelfde jaar zijn dochter Grietje ook overlijdt. Van dit overlijden heb ik in het familie archief geen advertentie gevonden.
Van Kniertje werd een lokje haar afgeknipt en verwerkt in een rouwsieraad: een ring met een klein vlechtje. Helaas is de ring zoek geraakt. Mijn pake vond dat niet zo erg, het was een beladen ring vond hij.
Pas dertien jaar later, in 1882, hertrouwde Auke Sybesma met Aukje Brouwer, met wie hij één kind kreeg, Sybe, mijn oerpake.

AD_KB

De zus van Aukje, Jantje Brouwer, overleed in 1885, bijna 34 jaar oud. ‘Het pleit is beslist’ begint de rouwkaart die Jimke van Loon, haar echtgenoot, opstelt. ‘Slechts vijf jaar jaar deelden wij samen lief en leed. Twee kinderen laat ze mij na.’ in de rouwadvertentie schrijft Jimke ‘De vreeselijke slag’. Ook voor Jimke werd het leed nog groter: een maand later sterft zijn jongste dochter: ‘De kleine ida volgde hare Moeder in den leeftijd van bijna 2 jaren’. De andere dochter, Eke trouwde in 1908 met haar neef Sybe Sybesma en kregen twee kinderen Auke (mijn pake) en Jantje.

JvL_JB
JvL-JBadv
JvL
JvL_ida

Deze korte berichtjes hebben bij mij een onuitwisbare indruk achtergelaten. Er wordt soms beweerd dat men vroeger minder gehecht was aan elkaar en daarom minder verdriet had wanneer er iemand in hun nabijheid stierf. De kindersterfte was hoog en er stierven veel vrouwen in het kraambed. Het zijn welbekende feiten. Net zoals het feit is dat veel mannen ‘snel’ hertrouwden: er moest ten slotte gezorgd worden voor de kinderen, of juist nog voor nageslacht gezorgd moest worden.
Dit soort rouwkaarten en -advertenties tonen aan dat het verdriet niet minder was dan nu. Wellicht hield men er rekening mee hield, omdat de dood zoveel meer voorkwam dan nu, maar de pijn was net zo groot.

Tastbare familiegeschiedenis

Mejuffrouw,
Uw brief deed mij zeer veel leed. Ik hoopte dat U mijn hartelijk gemeend voorstel minstens een weinig in overweging had willen nemen en eenige uitstel mij in staat had gesteld U meermalen nog te ontmoeten voor Gij eene beslissing nemen zoudt.-

Deze brief kreeg ik ruim een jaar geleden voor het eerst onder mijn ogen tijdens een zoektocht naar mijn voorouders. Die ontdekkingsreis begon met een stapel menukaarten die ik van mijn oom kreeg. Op de vele menukaarten stonden namen geschreven, data en gelegenheden. Ik wilde graag weten wie als deze mensen waren. Een aantal namen kende ik er wel, zoals mijn opa. Dit was zijn familie, zijn tijd waarin hij was opgegroeid, zijn vader en moeder, zijn grootouders. Ik begin bij de oudste menukaart. Die is van 4 april 1891, de dag dat mijn overovergrootouders trouwden: Henri Swarttouw (1852-1923) en Octavie Jullien (1866-1949).
1891, 4 april huwelijksdiner Henri&Octavie

Uit bovenstaande citaat blijkt dat de zaken er anders voor hebben gestaan. Octavie en Henri hebben elkaar ontmoet in Delft. Zij een Belgische uit Koekelberg, kwam naar Delft om haar oude oom, Oom Auguste Jullien, werkzaam als boekhouder bij het Ministerie van Oorlog te verzorgen. Oom Auguste staat nu in de familie bekend als ‘mopperoom’, waarschijnlijk omdat hij zoveel brieven schrijft naar het ministerie, telkens met de vraag om loonsverhoging. In al die jaren weet hij zijn jaarsalaris op te krikken van 400 naar 900 gulden.

In Delft woont ook de schrijver van de brief: Henri Swarttouw, sigarenhandelaar en -fabrikant. En oom Auguste heeft heel wat sigaartjes gerookt. De jonge Octavie maakt indruk op Henri. Eind mei (1890) vraagt hij haar ten huwelijk. Het aanzoek blijkt onverwacht. Het archief bevat een drietal brieven van haar zussen. Josephine, Maria en Louise schrijven elk afzonderlijk over hun zorgen en geven zusterlijke raad. Het lijkt er dus op dat Octavie geen idee heeft wat ze met dit aanzoek moet. Of ze nu werkelijk goede steun aan haar oudere zusters heeft…? Wat Octavie zelf voelt en denkt, weten we niet. Maar we weten wel dat ze hem afwijst per brief af, zoals blijkt uit de verdrietige reactie van Henri.

Uit zijn brief wordt duidelijk dat hij zijn vraag enigszins onbehouwen heeft gesteld: Ik gevoel dat ik U verontschuldiging moet vragen voor de wijze waarop ik U mijn wenschen kenbaar maakte.
Misschien heeft hij te weinig gedaan om haar het hof te maken, wellicht was hij te haastig, verzucht hij daarna. Toch hoopt hij haar nog te zien, hoewel ze geen aanleiding geeft om hoop te hebben en haar te kunnen kunnen overtuigen van zijn gevoelens voor haar. Hij hoopt door de tijd dat hij enige bezwaren kan wegnemen. Misschien doelt hij op het leeftijdsverschil: hij is 38, zij 24.
Het lijkt een hopeloze zaak. Maar niets is minder waar. Begin augustus van hetzelfde jaar is het toch nog goed gekomen. Een ontroerend briefje is bewaard gebleven:

Delft, 9 aug 1890, Confindentieële mededeeling aan den Heer en Mevrouw Schoon te denHaag. Verloofd Mejuffrouw Octavie Jullien van Brussel met H. Swarttouw !!!! Het is nog slechts bekend in zeer enge eigen kring.

Wat er in de tussentijd is gebeurd weten we niet. Misschien heeft Oom Auguste de zaken bepleit? Het zal een opluchting voor weduwe Jullien zijn, dat ze tenminste een van haar dochters ‘kwijt’ is. De andere drie dochters blijven ongehuwd. Zij gaan samen wonen in Brussel in Villa des Muguets aan Avenu Montjoie (zie foto), dat tot in de jaren 60 in de familie zal blijven en in de verhalen tot de dag van vandaag.
villamuguets

Oom Auguste, die mogelijk een rol heeft gespeeld in de totstandkoming van het huwelijk, overlijdt op 3 januari 1891. Wellicht toch nog plotseling, want op eerste Kerstdag schuift hij nog wel aan bij het Kerstdiner in Koekelberg, het ouderlijk huis van Octavie Jullien. Door het overlijden van Auguste verhuist Octavie weer naar België, terwijl haar verloofde te Delft achterblijft.
Het verloofde stel is gelukkig, maar heeft het ook moeilijk met de scheiding. Door de briefwisseling, waarvan alleen de brieven van Henri bewaard zijn gebleven, krijgen we een prachtig beeld van het leven van twee verliefden aan het einde van de negentiende eeuw. Prachtige tastbare familiegeschiedenis!

Volgende keer: over de brieven, huwelijkscadeaus en een bazelende verloofde.

Portret van poes Nelly

Het huisdierenportret is een apart genre in de schilderkunst. En relatief jong. Het ontwikkelde zich in de negentiende eeuw en natuurlijk alleen in die standen waar men wat geld over had. Er moeten heel wat portretten van geliefde honden en katten zijn geschilderd, geaquarelleerd, getekend en gefotografeerd. Nu nemen we selfies met onze hond of kat. En nog steeds laten we onze lievelingen vereeuwigen op doek, nu veelal een fotoprint. Al die portretten bewijzen maar weer dat onze huisdieren een belangrijke plaats in ons leven innemen. Van kinderen én volwassenen.

Jacob L. Jongsma (1893-1926), Portret van poes Nelly, 1913, paneel, 24 x 25,5 cm (met lijst: 37,5 x 39), gesigneerd r.o.

Jacob Lucas Jongsma (1893-1926), Portret van poes Nelly, 1913, paneel, 24 x 25,5 cm (met lijst: 37,5 x 39), gesigneerd r.o.

Dit portret toont een poes op leeftijd. Een respectabele poezendame, die niet meer achter de muizen aan hoeft. Maar eentje die tussen de geraniums op de vensterbank zich mag laten koesteren door de zon. Tenminste zo kijkt ze mij aan. Op de achterzijde van het schilderij staat beknopt haar levensgeschiedenis, dat ze Nelly heet, dat ze geboren is op 30 april 1900 (of 1906, dat is niet goed leesbaar) dat ze op 5 december 1913 is geschilderd en op 26 april 1915 is overleden.

Poes Nelly weer ‘thuis’, zo bleek uit wat ‘onderzoek’. Het schilderijtje werd in 1913 geschilderd door de 20-jarige schilder Jacob Lucas Jongsma. Zijn atelier had hij aan de Cartesiusstraat 46 te Den Haag. Op nummer 44 woonden zijn ouders en poes Nelly. Het is twee straten verderop van waar ik woon. De lijst komt van de lijstenfabriek en kunsthandel Louis Beck aan de Weimarstraat, de winkelstraat van ‘onze’ buurt. Jacob Jongsma werd in 1893 geboren te Den Helder, verhuisde naar Den Haag, woonde en werkte aan de Cartesiusstraat. Toen hij trouwde ging hij naar Rijswijk.In 1926 overleed hij – oud werd hij niet – en liet een gezin met twee kinderen achter.

Jongsma was autodidact, maar is bij kunstenaar Willem de Zwart in de leer geweest. Hij schilderde over het algemeen landschappen in ‘naturalistische trant’. De schilder werkte niet alleen in zijn atelier, hij trok er ook op uit: de Veluwe, Rhenen, Breukelen. In Friesland maakte Jongsma met Egnatius Ydema schildertochten per zeilboot ‘Wetter Wulpe’. De Haagse kunsthandelaren Koch en Scheen waren de belangrijkste afnemers van zijn werk. Er werden ook schilderijen verkocht in de Verenigde Staten en Canada. Naast het kunstenaarschap was hij ook architect en hij heeft meegewerkt aan de ontwerpen enkele woonwijken in zijn woonplaats.

Naast landschappen en stadsgezichten schilderde hij enkele portretten. Van familieleden en dus niet voor de verkoop. Ook dit prachtige poezenportret zal voor de familie gemaakt zijn.
U begrijpt dat het liefde op eerste gezicht was. Dat dit portret bij mij moest hangen. En dat dat ook heel goed past als je van de geschiedenis van het dagelijks leven van rond 1900 houdt. Zo’n aandoenlijk poezenportret is zeer begerenswaardig. Poes Nelly is voor mij een ode aan de huisdieren waarmee ik ben opgegroeid, en van de huisdieren die ik nu heb. Een van die lijkt zelfs op haar.

Poes Nelly en kater Jacob