8 liter ijs, en meer…

Rond 20 mei heeft onze familie altijd familiedag. Vroeger, toen Oma nog leefde, was het een heus familieweekend. Op het grote grasveld voor stonden de tentjes van de kleinkinderen, op het kleinere veld achter de ouders. Het flink uitgebouwde voormalige koloniehuis(je) was de uitvalsbasis. De carport zorgde voor een droog onderkomen voor het avondeten. Maar er werd vooral buiten geleefd.

Taken werden onderling verdeeld. Sommigen deden liever boodschappen, anderen zorgden voor het koffie zetten of kochten anti-mug. Natuurlijk moesten er ook ‘vrijwilligers’ zijn voor de afwas. Diverse familieleden richtten zich op het koken. En van die was ik!

Ergens eind tienerjaren of begin het twintigerschap kookte ik samen met mijn lievelingsneef een menu van/met gevulde courgettes en paprika’s, tonijn-lentetaart en warme-mango-rode-peperijs. En dat voor ca. 30 personen. Het duurde alleen te lang….

Inmiddels is het weekend een dagje geworden, maar hiervoor koken doe ik nog altijd met liefde. Dit jaar kleine lamspasteitjes, pasteitjes met worst en spek én mozzarella-pistache pasteitjes. 

En als toetje zelf gemaakt ijs van de Dames Ankersmit. En ja, natúúrlijk verschillende smaken. Met Kerst had ik er al een aantal uitgeprobeerd. Vele liters maakte ik thuis. Maar ter lering en vermaak nam ik wel de antieke ijsmachine mee, en geprepareerd aardbeiensap om mijn familieleden te laten zien hoe ijs toen gemaakt werd. Bovendien mochten ze zelf ook een tijdje draaien. 

Een achterkleinkind is er klaar voor!

In totaal was er 8 liter ijs, want niet op was gegaan, ging in bakjes gewikkeld in aluminiumfolie met de familieleden mee naar huis.

De recepten van aardbeienijs en citroenijs staan in het stukje hiervoor. Maar ook de andere smaken zijn heel eenvoudig om te maken, maar o zo lekker!

Sinaasappelijs
500 gr suiker, 1/2 lt water, 2 citroenen, schil van 1 en sap van 4 sinaasappelen
Laat de suiker met het water en citroenschil koken, schuim dit, zoo noodig, laat het koud worden, voeg het citroensap toe en giet de massa door een fijne zeef; behandel het daarna als gewoon vanilleijs.

Vanille-ijs met geslagen room
1/2 lt room, 100 gr fijne suiker, 1 vanille stokje
Klop den room stijf, vermeng hem met het binnenste van de vanille en den suiker, doe dit in een vorm en laat het 2 à 3 uur, geheel bedekt met ijs en zout, staan, houd de vorm even in warm water en stort het ijs.

Chocolade-ijs met geslagen room
120 gr poederchocolade, 100 gr suiker, 2,5 dl melk, 1/2 lt room
Vermeng de suiker met de chocolade en de melk, laat dit koken en onder af en toe roeren koud worden, vermeng het daarna met den stijfgeklopte room en behandel het verder als vanille-ijs met geslagen room.

IJs van de Dames Ankersmit (1899)

Voor de kerst stond er een relatief makkelijk diner op het programma. Verzoek van een van mijn broers: gourmetten. “Dat is gezelliger omdat jij niet de hele dag in de keuken hoeft te staan en niet constant van tafel gaat om de volgende gang te halen.” Dat ik daar van geniet lijkt niet geheel door te dringen. Of dat hij vindt dat ik er meer bij moet zijn.
Enfin, zo geschiedde. Echter wilde ik natuurlijk wel echt – eindelijk na een jaar nauwelijks gekookt te hebben – wat leuke recepten maken. Naast het voorgerecht dat door mijn vader werd gemaakt, sneden de dames het meeste vlees en maakten de sausjes zelf, en werd het dessert de kroon op de avond.

Het was al weer geruime tijd geleden dat ik de ijsmachine had gebruikt, en had daar wel zin in.
En hoe: citroenijs, aardbeienijs én vanille-ijs. En dan ook nog twee puddingen. Beetje overdadig en wellicht wat overdreven, maar ach…

Vanilleijs
3/4 liter room, 4 eierdooiers, 10 gr. maizena, 1 stokje vanille 125 gr. suiker.Laat de vanille in de room 1 uur op een warme plaats van de kachel trekken, laat daarna den room koken; roer de eierdooiers met de suiker en maizena 10 minuten, voeg den room toe en laat de massa al roerende 10 minuten koken; plaats de pan daarna in koud water en roer de massa tot zij goed gekoeld is.

Vul de massa in de ijsbus, vul de ruimte om de bus laagsgewijze met 2 1/2 kilo klein gehakt ijs en 1/2 kilo grof zout, draai gelijkmatig, in het begin langzaam en daarna vlugger tot het begint moeilijk te worden.

Aardbeienijs
750 gr. aardbeien, 500 gr. suiker, 1/2 liter water, 2 citroenen, 1 lepel rum (niet gebruikt ivm de kinderen), eenige druppels cochenille (niet nodig met die knalrode aardbeien uit de vriezer).
Laat het water met de suiker koken; laat het koud worden; wasch de aarbeien en wrijf ze door een zeef; vermeng ze met de suiker, rum en citroensap en behandel ze verder als vanilleijs.

Citroenijs
500 gr. suiker, 3/4 liter water, schil van 1/2 en sap van 6 citroenen
Laat de suiker met het water en citroenschil koken, schuim dit, zoo noodig, laat het koud worden, voeg het citroensap toe en giet de massa door een fijne zeef; behandel het daarna als gewoon vanilleijs.

Het ijs was een daverend succes, voor het aardbeien- en citroenijs. Heerlijk fris en fruitig, niet heel hard, meer als sorbet. Het vanilleijs was op zich lekker, smaakte goed naar vanille, maar had zoals mijn andere broer omschreef ‘iets broodachtigs’. En ik snapte heel goed wat hij bedoelde. Zou dat de maizena kunnen zijn? Een ander recept uit de Hedendaagse Banketbakker was lekkerder.
Maar al met al heerlijk en ik ga niet nog een keer 2 jaar er overheen laten gaan.

Afgelopen jaar was een heel druk jaar met de publicatie van een 500-pagina dik boek en van koken kwam het niet. Mijn goede voornemen dit jaar is: weer meer in de keuken staan!

Sinterklaas gevoel

Om een beetje in de Sinterklaas-stemming te raken, rommel ik in wat kookboeken en kom daar een Kruidtaart tegen. Dat klinkt wel Sinterklazig. Misschien maar bakken, zodat de geur nog meer Sint kan opwekken. Dus naar de keuken, en neus daar eens in de kastjes! Wat fijn, alle ingrediënten heb ik!

125 gram bloem, bruine suiker, boter, krenten, rozijnen, 3 eieren, 1 theelepel kaneel, gemalen kruidnagen en een halve geraspte nootmuskaat.

Zo te bereiden, aldus A. Simonsz van Het Geïllustreerde Kookboek uit ca. 1900-1910

De boter wordt tot room geroerd, daarbij worden één voor één de eidooiers gevoegd, de suiker, de kruiderijen, de bloem, de gewasschen krenten en rozijnen, en als alles goed vermengd is, wordt het stijfgeklopte eiwit er doorgeroerd. De taart wordt in een met boter bestreken en met paneermeel bestrooiden springvorm ongeveer 1 uur gebakken.

Ik heb 50 min op 175 graden aangehouden. Morgen weet ik meer, dan ga ik hem opvoeren aan collega’s, die hadden geconstateerd dat het weer zo’n tijd geleden was dat ik ze had verrast met een 19de eeuwse versnapering…IMG_1015