Vandaag vroeg mijn schoonzus wat voor kleding ze moest aantrekken op de aanstaande jour? Dit is gewenst: “Men draagt dunne stof in lichten tint of donkere, soepele zijde, doch nooit blouse en rok op een ontvangdag, hoe kostbaar beide overigens ook mogen zijn.” Geheel duidelijk toch?
Ook Johanna van Woude wijdt in haar boek Vormen. Handboek voor Damens uit 1898 een hoofdstukje aan de ‘jour’. Zij schrijft dat de gastvrouw een keurig huistoilet dient te dragen en nimmer een handwerkje mag hebben. Het keurig huistoilet mag overigens nooit de kleding der gasten in de schaduw zetten. Van Woude heeft het nauwelijks over de thee en het eten, maar vooral over hoe de gastvrouw hare gasten tegemoet dient te treden.
De bezoekers zitten in een halve cirkel op de gastvrouw heen. Er is “vrije doorgang” tot de gastvrouw, zodat deze makkelijk nieuwe gasten kan verwelkomen. Omtrent de plaatsing en het tegemoet treden der gasten zijn duidelijke regels vastgesteld. Bejaarde dames worden geplaatst rondom de haard. Een jongmesje mag nooi in een fauteuil plaatsnemen, maar zoekt een bescheidener plaatsje op, zoals een tabouret of een vouwstoeltje. Wanneer er vrouwelijke gasten binnenkomen moet de gastvrouw een of twee stappen in haar richting doen. Bij mannelijk gasten hoeft dat niet, dat neemt niet zo nauw aldus Van Woude. Maar wanneer de mannelijk gast een grijsaard is, dus 70+, dient de gastvrouw de gast geheel tegemoet gaan. Dit zelfde geldt voor gasten die hoog van naam en talent zijn. Dus André Rieu en Mark Rutte moet u geheel tegemoet treden, moogt hij op uwe jour komen. De namen die Van Woude aandraagt zijn Israëls, Mengelberg en Couperus!
Maar hoe moet u nu afscheid nemen van uwe gasten? Gelukkig geeft daar het etiquetteboek ook raadgevingen over. Van Woude schrijft dat het afscheid nemen een moeilijk punt is: “Het staat vast dat een gastvrouw na intiem bezoek altijd hare bezoeksters uitgeleide doet, maar bij de jour, als in het salon andere bezoekers achterblijven, is dit onmogelijk. Hen alleen te laten zou zeer onwellevend zijn.”
De gasten moeten hun gastvrouw hier in bij staan. Wanneer het erg druk is in de kamer of de gastvrouw in gesprek is, dan moet de vertrekkende gast iemand de opdracht geven in hun naam de gastvrouw te groeten. En u moet natuurlijk niet de dienstbode vragen dit te doen. Indien de gastvrouw ziet dat er iemand vertrekt, maar het salon is zo vol, dan moet zij een beetje van haar stoel opstaan en charmant groeten vanaf een afstand. Een echtgenoot, een zoon of dochter kan de gastvrouw helpen. Hij/zij opent de deur voor de gast, en de heren zijn meestal zo galant om tot de deur mee te lopen. Tenminste toen, in 1898.
Poeh, dat is dus geen sinecure, zo’n jour. Nog steeds de vraag wat te serveren bij de thee, naast het fijne gebak dus ook toast, als daar ook sandwiches onder vallen. Dat is de vraag, indien dat enigszins verantwoord is, kan het boekje T. Herbert, Salads and Sandwiches. Recipes for making them (1890) zeker van nut zijn. In ieder geval worden er madeleines gebakken. Heeft iemand een suggestie? En de eerder genoemde schoonzus komt met een tulband. Wat natuurlijk niet heurt, maar wel ZEER welkom is!
Morgen deel 3 van de reeks wat te doen met ‘spelers’ en jonge meisjes op een jour. Ik denk er over om toch nog een deel 4 toe te voegen, die niet specifiek zal gaan over de jour, maar wel over het meebrengen van kinderen én huisdieren terwijl er bezoeken worden afgelegd. Een bijzondere kijk op het leven rond 1900. Overigens zijn kinderen, hoe klein (of groot) dan ook, meer dan welkom hier. Huisdieren zijn minder welkom, omdat er al twee monsters rondlopen.
Recente reacties